Geboren in Stilte
Nieuwsbrief ontvangen?
Daisha de Wijs
11/07/2011
Gemiddelde leestijd: 5 minuten
Mag ik je wat vragen?
Ik wil minder afhankelijk worden van Facebook om mijn lezers te bereiken. Als je je
aanmeldt voor mijn nieuwsbrief, dan ontvang je wekelijks als eerste mijn nieuwste artikel.
Klik hier om je aan te melden
In het eerste hoofdstuk van mijn boek ‘Stilte… geboren in stilte’ beschrijf ik hoe mijn moeder, Rietje van Geijn-Hengeveld, mij ontving. Het verhaal voor en van een moeder. Het is voor een moeder geen eenvoudige taak om je kind leven te geven! www.stilte.nu
Het verhaal begint in het jaar 1947. In een hete zomer, zo heet dat men spreekt van de warmste zomer van de eeuw. De zomer begint al vroeg met zeer warme dagen in mei en houdt aan tot ver in september. Het jaar begint met de strengste winter van de 20e eeuw was. 1947, een zeer bijzonder jaar. Een jaar waarin de Elfstedentocht gehouden is, waarin de Wereldomroep in Hilversum wordt opgericht, het begin van het Marshall-plan en het jaar van de oprichting van de Nederlandse Aardolie Maatschappij.
Een jaar waarin veel bijzondere mensen geboren zijn, zoals: Prinses Christina, André van Duin, Johan Cruijff, Harry Mens, Koos Alberts, Elton John, Ada Kok, Salman Rushdie, Arnold Schwarzenegger, Job Cohen, Steven Spielberg en vele andere beroemdheden.
Dit verhaal gaat echter over onbekende personen.
Een waar gebeurd verhaal!
Riet, ook wel Rietje genoemd, staat in haar kleine groentewinkel een klant te helpen. De winkel is midden in Arnhem, in de Ruiterstraat. Haar man Gerard gaat met paard en wagen langs de huizen, ook met groenten en fruit. Of met datgene waar de mensen om vragen, zoals een vers geslachte kip.
De warmte van de zomer is verzengend. Rietje is hoogzwanger. Elk moment kan haar tweede kind worden geboren. Zij voelt de transpiratie over haar lichaam lopen. Ze houdt niet van deze hitte. Van haar mag het weer winter zijn. Plots voelt ze dat er weeën komen, ze herkent het van haar eerste. De weeën voelen krachtig aan. Ze sluit de winkel, neemt haar tweejarig zoontje Herman op de arm en gaat met de bus naar haar moeder, die in een ander gedeelte van Arnhem woont. Haar moeder is een lieve vrouw, waar je altijd terecht kunt. Een vrouw die 18 kinderen baarde. De jongste is jonger dan de oudste van Riet.
Riet brengt de kleine jongen naar haar moeder. Ze weet dat het tijd is om naar de kliniek te gaan om te bevallen. Gerard is nog steeds niet thuis gekomen. Ze weet niet waar hij is, hij had al lang thuis moeten zijn. Zij weet niet dat hij, om even te ontspannen, is gaan vissen. Zijn kar is bijna leeg verkocht en hij heeft goede zaken gedaan. Dus, tijd voor ontspanning. Even naar het niets, even stilte. Zijn grote passie, vissen in de Rijn, ten uitvoer brengen. Hij vergeet echter de tijd.
Inmiddels is Riet bij haar moeder gekomen en vertelt wat er aan de hand is. Haar moeder neemt de zorg voor de kleine jongen van haar over. Helaas, is ook haar man niet thuis en eigenlijk niemand die met Riet mee kan naar de kliniek.
Rietje voelt zich verloren. Net nu ze iemand naast haar nodig heeft, is er niemand!
Teleurgesteld gaat ze met de bus naar het kleine ziekenhuis op de Steenstraat. Daar aangekomen blijkt er geen dokter te zijn. Het is laat op de zaterdagmiddag, de dokter is al aan het weekend begonnen. Ze wordt in bed gelegd en voelt op dat moment het water breken. Als ze net op de verloskamer ligt, komt de dokter binnen. Te laat volgens haar, want ze voelt dat de baby er wordt uitgeperst. De dokter kan nog net de baby opvangen. Maar Riet hoort geen geluid, niets. Ze ziet dat de dokter en zusters eromheen in paniek raken. Ook Rietje raakt in paniek: ‘Wat is er aan de hand.’ vraagt ze. ‘Rustig blijven liggen, mevrouwtje!’ zegt de dokter. Maar de paniek in zijn stem vertelt wat anders. Hij is met iets bezig en Riet snapt niet met wat. Kunnen ze nu niet vertellen wat er aan de hand is, vraagt ze zich af. Ze begint te huilen. Ze voelde zich al zo alleen en nu dit nog. Geen moment komt bij haar op dat de baby misschien niet leeft.
Langzaam haalt de dokter de baby bij haar vandaan en ze ziet dat deze helemaal paars is. ‘Het is een meisje.’ zegt hij nog, en verdwijnt dan met de baby naar een andere kamer. De zusters hollen er achteraan. Daar ligt Rietje, helemaal alleen, niet begrijpend waarom iedereen haar in de steek laat.
In de andere kamer vecht de dokter voor het leven van dit kleine meisje. Ze heeft de navelstreng een paar keer om haar nek gestrengeld en het lijkt erop dat ze dood is. Toch wil de dokter nog een poging wagen en roept naar de zusters: ‘Gauw een kom heet en een kom ijskoud water.’ De ene zuster pakt het hete water en de andere zorgt ervoor dat er een kom koud water komt.
De dokter pakt het kleine stille meisje en doet haar afwisselend in het warme en dan weer in het koude water. Hij heeft gezien dat ze nog heel zachtjes ademde en hoopt op deze manier haar uit de stilte te halen.
Het duurt al meer dan tien minuten en hij begint de moed op te geven. Nog steeds geeft de kleine geen schreeuw. De zusters moedigen hem echter aan: ‘Doorgaan, doorgaan,’ roepen ze!
Eindelijk na 20 minuten begint het kleine meisje te schreeuwen. Eerst zachtjes en dan steeds harder. Het lijkt nu of ze nooit meer stopt, ze blijft huilen. De zusters staan daar met tranen in de ogen. Het huilen is zo intens en zo verdrietig. Net of de kleine wil zeggen: ‘Ik wilde helemaal niet geboren worden! Laat me gaan!’
In de andere kamer ligt Rietje, verdrietig en boos. Boos omdat niemand meer naar haar omkijkt. Boos omdat niemand vertelt wat er nu aan de hand is. Ze hoort gehuil en begrijpt niet dat dat van haar kindje is. Ze begrijpt er helemaal niets meer van. Ze ligt daar maar, bloedend van de nageboorte. Het hele bed vies, zij zelf helemaal vies.
Eindelijk komt de dokter en zegt: ‘Gefeliciteerd mevrouw U heeft een mooie dochter!’
Een zuster komt achter hem aan en begint haar te verschonen. In korte tijd ligt ze op zaal in een schoon bed. Haar meisje heeft ze even in haar armen mogen vasthouden, maar de kleine wordt voor onderzoek weer bij haar weggehaald.
Verdrietig ligt ze daar op zaal met nog zes jonge moeders. Het is tijd voor de baby om gevoed te worden. Alleen zij heeft niets. Onbegrijpelijk dit alles. Wat is er toch allemaal aan de hand?
Na enige tijd, bijna een uur na de bevalling, komt de zuster haar uitleggen wat er is gebeurd. ‘Bij de geboorte had de kleine de navelstreng zodanig om de hals dat de dokter dacht dat ze dood was. Ook omdat ze helemaal blauw en paars was. Voorzichtig heeft hij toen de navelstreng om de hals weggehaald en hij merkte dat ze nog iets ademde. Nauwelijks merkbaar, maar toch. Hij geloofde er zelf echter niet in dat hij het leven van de baby zou kunnen redden, maar wilde alles doen om het te proberen. En dat lukte.’
De zuster stelt Riet gerust en zegt: ‘Uw dochter is helemaal onderzocht en het ziet er naar uit dat ze geen letsel heeft. Het is een kerngezonde dochter!’
Nawoord
Lieve Ma, ik ben je dankbaar dat je mij het leven hebt geschonken. Hartelijk dank dat ik bij jou en Pa mocht komen. Jullie beiden hebben mij zoveel moois meegegeven, dat ik de rest van mijn leven mezelf verder kon ontwikkelen. Jullie Liefde naar elkaar, naar iedereen, is als een zoete leidraad in mijn leven. Bedankt dat jullie mij wilden ontvangen!
(Informatie over het boek ‘Stilte… geboren in stilte’ staat op www.stilte.nu)
Lieve groet,
Daisha
Contact
Daisha de Wijs
Wellenbergweg 2
7383 RX Voorst gem. Voorst
KvK 71678212
BTW nr. NL858806940B01
© 2020 Daisha de Wijs - All Right Reserved | Webdesign en realisatie door De Grinthorst
Ontvang nieuwe artikelen per email
Met mijn wekelijkse blog updates per email mis je nooit meer een artikel