Afscheid…
Nieuwsbrief ontvangen?
Daisha de Wijs
10/12/2020
Gemiddelde leestijd: 9 minuten
Mag ik je wat vragen?
Ik wil minder afhankelijk worden van Facebook om mijn lezers te bereiken. Als je je
aanmeldt voor mijn nieuwsbrief, dan ontvang je wekelijks als eerste mijn nieuwste artikel.
Klik hier om je aan te melden
‘Hallo schat, ik heb een verrassing voor je!’ Ferdi, mijn man, komt met een stralend gezicht naar me toe. Op zijn gezicht de bekende grijns, de grijns als hij iets heeft gedaan en niet zeker weet of ik dat leuk vind. Ik schrik en denk: ‘Nee toch, laat dat niet waar zijn. Hij zal toch niet…’
Voordat ik verder kan denken, laat Ferdi de verrassing zien. Hij zwaait met een papiertje in de hand. Ik herken het. Ja dus toch?
Fragment uit het boek Stilte…, geboren in Stilte van Daisha de Wijs
ISBN 90-810955-1-X – www.stilte.nu
‘Ik heb een ticket kunnen krijgen naar Bangkok. Ik ga met je mee.’ roept Ferdi blij uit. Ik probeer mijn gezicht in bedwang te houden, maar ik geloof niet dat het lukt.
Hij vervolgt daarom verder: ‘Je hebt toch een tweepersoonskamer? Ik zal me afzijdig houden. Ik kan je niet zo lang missen en ik dacht dat je het leuk zou vinden. Maar aan je gezicht te zien, doe je dat niet.’
Het laatste zegt hij min of meer teleurgesteld. Ik probeer mijn gedachten bij elkaar te rapen en blij te zijn. Maar het lukt niet zo erg.
‘Wel verdraaid, dacht ik dat je het leuk zou vinden en nu zo’n reactie!’, gaat Ferdi verder voordat ik iets kan zeggen.
‘Sorry, ik moet er even aan wennen. Natuurlijk vind ik het fijn dat je meegaat, maar ik had er helemaal niet op gerekend. Ik ga overmorgen al. Het betekent dat er nog heel wat te regelen valt. En in ieder geval wil ik dat je dan morgen naar de dokter gaat. Want zoals je de laatste weken bent, vind ik het onverantwoord dat je meegaat.’
‘O.k., als jij dat wilt. Ik ben alleen maar een beetje verkouden, meer niet.’
De reis
Het is 28 januari 1993, overmorgen vertrek ik naar Thailand. Theo Moelee, onze goede vriend die in Thailand woont, heeft een reis georganiseerd voor belangstellenden in het Boeddhisme. Ik begeleid het gezelschap, en zal gedurende de reis uitleg geven over het boeddhisme en de rituelen die in Thailand gebruikelijk zijn toelichten.
Theo heeft het voor elkaar gekregen dat we in zeer bijzondere kloosters zullen worden verwelkomd. Kloosters die normaal voor toeristen gesloten zijn. Op enkele plaatsen zullen we van het hoofd van het klooster onderricht krijgen. We zullen plekken bezoeken waar bijna niemand komt, die zelfs bij de Thaise mensen niet algemeen bekend zijn.
Daarnaast gaan we ook naar een paar toeristische bezienswaardigheden, waarvan gezegd wordt dat je die gezien moet hebben, anders ben je niet in Thailand geweest. Ik heb me jarenlang verdiept in de leer van Boeddha. Ook in de verschillende stromingen van het boeddhisme. Ik ken de Thaise rituelen en zal daarvan de achtergrond toelichten.
Waarom kan ik niet blij zijn, dat Ferdi besloten heeft om ook mee te gaan? Met Ferdi ben ik al bijna eenentwintig jaar getrouwd. Na vele jaren van ups en downs hebben we de laatste paar jaar een hele fijne relatie. Dus daar ligt het niet aan. Nee, het is waar ik bang voor ben.
Visioen
Bijna twee jaar geleden is het nu dat ik gezien heb dat Ferdi zal sterven. Een aantal details mocht ik zien. Onder andere dat het in een land is waarvan ik de taal niet kan lezen en niet kan verstaan. Hij sterft nadat we een treinreis hebben gemaakt en eigenlijk sterft hij al in de trein. Hij komt er nog uit, maar dan moet ik alleen verder.
Al bijna twee jaar loop ik hiermee en het maakt me ongerust. Soms vergeet ik het, maar dan ineens realiseer ik me het weer in alle hevigheid. Afschuwelijk, we hebben het juist zo fijn samen. De gedachte dat dit gaat gebeuren is soms ondraaglijk. Ik weet dat ik er niet over mag praten. Over de dood mag ik immers nooit wat zeggen. Hoe is het om verder te moeten leven, terwijl je weet dat je binnenkort gaat sterven? Mensen die dat ooit te horen hebben gekregen, weten hoe vreselijk dat kan zijn.
Met dit geheim loop ik al die tijd al rond. Met niemand kan ik daar over praten, ook het van me afschrijven dat ik altijd doe, helpt niet. Eén keer in al die tijd kon ik het niet meer verdragen en vertelde dit aan een collega-helderziende. Ik dacht dat zij me wel zou kunnen begrijpen. Het enige dat ze zei, toen ik het haar huilend verteld had, was:
‘Ja, dat zou je wel willen dat hij doodging. Maar dat gebeurt niet, je zult je problemen niet op die manier kunnen ontlopen. Ik vind het vreselijk van je, dat je hem dood wenst, omdat je relatie af en toe niet goed is.’
Je begrijpt dat ik meteen de relatie met haar heb verbroken.
Vanaf het moment dat dit visioen zich openbaarde, heb ik geprobeerd te voorkomen met Ferdi naar een land te gaan waarvan ik de taal niet kon verstaan of kon lezen. We zijn nogal reislustig en gaan het liefste naar onbekende bestemmingen. Vandaar dat we bijna drie jaar geleden ook al in Thailand waren. Het land waarvan we meteen voelden: hier zijn we thuis!
‘Nee Ferdi, laten we dit jaar naar Sri Lanka gaan.’ was het de ene keer, ‘Ferdi, als we nu eens naar Engeland gaan.’ was het de andere keer. En zo zorgde ik ervoor dat Ferdi niet meer naar Thailand ging.
De Windvlaag
In het reisprogramma is ook een reis met de nachttrein opgenomen. Ook de boot die in het visioen voorkwam is ingepland. Ik probeer op alle manieren de gang van zaken te beïnvloeden. Maar wat ik ook zeg of doe, Ferdi wil pertinent mee. De volgende dag gaat hij naar de dokter en ik hoop dat deze zegt dat het onverantwoord is. Ferdi heeft hartritme storingen, dus er is een goede kans dat hij niet zal mogen vliegen. Helaas, de dokter vindt het geen probleem en geeft wat pufjes mee voor zijn benauwdheid. Met het advies dat hij wel tijdig moet rusten.
De dag van vertrek breekt aan. Alles toch nog op tijd geregeld thuis, de koffers gepakt en zo rijden we naar Schiphol. Daar zal ik het reisgezelschap opvangen, samen inchecken en dan naar Bangkok vliegen.
De eerste paar dagen van de reis gaat alles goed. Ferdi voelt zich prima en heeft geen enkel probleem met de activiteiten en de hitte, zo lijkt het. De vierde dag hebben we een boottocht over de River Kwai, die een paar uur duurt, met diner aan boord. Geweldig romantisch. De ondergaande zon en dan de vallende avond met het zachte briesje. We genieten volop. De volgende dag trekken we weer verder. Ik merk aan Ferdi dat hij meer hoest dan anders.
‘Ach wat verkouden geworden gisteravond op de boot. Ik kreeg het ineens koud.’, geeft hij als verklaring. Ja, dat had ik zelf ook ervaren. Ineens was er een koude windvlaag, die me tot op het bot koud liet worden. De dagen daarna wordt Ferdi steeds zieker. Het lijkt alsof hij een flinke griep heeft. Maar de reis gaat verder. Die duurt tien dagen, in die periode trekken we door heel Thailand. Een land dat dertien keer groter is dan Nederland.
De Boeddha die zich niet liet zien…
We hebben zeer bijzondere belevenissen en bezoeken plaatsen waar nog bijna niemand ooit is geweest. Zoals een diepe grot, een soort kloof, langs de Birma spoorlijn, waar een oude monnik al enkele jaren zijn thuis heeft. Hij ontvangt ons hartelijk, vertelt dat hij alle dagen mediteert en bidt voor vrede op aarde. Zijn eten wordt door een oude vrouw gebracht.
De monnik wijst ons op het ontzettend grote Boeddhabeeld, van wel 20 meter hoog, dat achter hem staat. En zegt dat als we een foto maken van het beeld, bij het afwikkelen van de foto dit beeld niet te zien zal zijn. Het hele gezelschap heeft natuurlijk een foto gemaakt en inderdaad: op geen enkele foto is het Boeddhabeeld te zien. Ook heeft hij voor enkelen van ons een persoonlijke boodschap. De Thaise gids die het allemaal vertaalt, wordt er verlegen van. Zo direct is deze boodschap voor de betreffende persoon. (Hier beschrijf ik uitgebreid dit wonder: https://www.daishadewijs.nl/een-spirituele-reis/)
De zesde dag besluit Ferdi in de hotelkamer te blijven. Hij is inmiddels flink ziek, maar weigert om naar een dokter te gaan.
‘Nee, als ik naar het ziekenhuis ga, kom ik er niet meer uit.’ zegt hij gekscherend. Daar kun je wel eens gelijk in hebben, denk ik bij mezelf. Overdag laat ik hem achter om, zodra ik klaar ben met de rondleiding, weer naar hem terug te keren. Ferdi, een zeer nuchtere man, luitenant-kolonel b.d. van de Luchtmacht, interesseert zich niet voor spirituele belevenissen. Dat er meer is tussen hemel en aarde – daar gelooft hij zeker in, maar niet in flauwekul van geesten of zo.
Hij beleefde alles mee!
De zevende dag gaan we met het gezelschap naar een waterval. Nou ja, waterval, het is in de droge periode, dus veel water is er niet. Het natuurpark waar deze waterval in ligt, is prachtig.
Ik haast me aan het einde van de middag naar Ferdi. Hij ligt op bed en vertelt me: ‘Zie je die witte muur. Daar heb ik op gezien wat jullie vandaag allemaal hebben gedaan. Dus ik was eigenlijk de hele dag bij jullie.’ En hij gaat me in detail vertellen wat wij die dag hebben gedaan. Een deelneemster van de reis, Hannie, is op de waterval geklommen en viel plotseling van de rotsen naar beneden.
Ferdi zegt daarover: ‘Ja, jullie wisten niet hoe dat kwam, maar ik zag dat er mos op de rots lag en daar is ze over uitgegleden. De wond is gelukkig niet zo erg, dat valt wel mee.’ Ik ril en weet niet wat ik hiermee aan moet. Ferdi, mijn nuchtere man, heeft precies gezien wat er die dag gebeurde. Hij heeft zelfs nog meer waargenomen dan wij. Dingen die wij over het hoofd hebben gezien maar die, als hij ze mij vertelt, ik me weer kan herinneren.
Zo gaat het ook de achtste dag. Met Ferdi gaat het steeds slechter. Hij ligt gewoon op bed, maar het is heel raar; zijn bed beweegt de hele tijd. Later zal ik begrijpen waarom. Ook deze dag leeft hij met ons mee, terwijl hij er niet bij is. Ook van deze dag beschrijft hij nauwkeurig zijn (ofwel mijn) belevenissen, alsof hij ze zelf meemaakte. Ik sta erop dat we naar een dokter gaan, maar hij blijft weigeren. De dokter die we laten komen, stuurt hij weg. Ferdi zegt Thaise zinnen, die ik niet kan verstaan. Hij kent geen Thais!
Einde van de reis in zicht
Ik maak me steeds ongeruster en zou graag willen dat de reis voorbij is. Na de tien dagen rondtrekken zullen we nog een paar dagen in Jomtien verblijven, voor een strandvakantie. Ferdi heeft beloofd dat hij naar de dokter zal gaan als we daar zijn aan gekomen.
Gelukkig, de negende dag breekt aan, de een na laatste dag van de rondreis. Met de nachttrein gaan we van Chiangmai naar Bangkok. Ferdi is inmiddels uitgeput. Het lopen van de hotelkamer naar de bus en van de bus naar de trein heeft hem erg vermoeid.
Hij vraagt of zijn bed meteen opgemaakt kan worden. Dat kan, doodmoe gaat hij liggen. ’s Nachts roept hij mij: ‘Daisha wil je bij me komen? Er is iemand op bezoek en dat wil ik niet. Oh, ik heb in mijn broek geplast. Wil je me helpen verschonen.’
Later in de nacht roept hij me nog een keer. Nu wil hij dat ik bij hem blijf. Het zijn smalle stapelbedden, er is op zo’n bed niet veel plaats voor twee personen. Op het randje lig ik tegen hem aan en voel hoe koud hij is. Ik neem me voor, zodra we in Jomtien aankomen, meteen naar de dokter te gaan.
’s Morgens, bij aankomst in Bangkok, moeten we hem helpen om uit de trein te komen. Hij blijkt nog een keer een natte broek te hebben. Het is vroeg in de ochtend. Bij de reis inbegrepen is een ontbijt in een hotel in Bangkok ingepland.
Daarna reizen we onmiddellijk met de bus door naar Jomtien. Helaas nog meer dan twee uur rijden. Iedereen in het gezelschap is bezorgd om Ferdi. Hij ziet er grauw en bleek uit. Iemand vraagt, omdat Ferdi het zo koud heeft, ‘Zal ik je even masseren?’
‘Nee,’ geeft hij als antwoord ‘dat mag alleen Daisha doen. Niemand mag aan me komen, behalve Daisha.’ Voorzichtig probeer ik hem warm te wrijven, maar wat ik ook doe hij is meteen weer koud. Terwijl het buiten toch echt dertig graden is.
Volgende week vertel ik hoe het afloopt…
Lieve groet,
Daisha
Contact
Daisha de Wijs
Wellenbergweg 2
7383 RX Voorst gem. Voorst
KvK 71678212
BTW nr. NL858806940B01
© 2020 Daisha de Wijs - All Right Reserved | Webdesign en realisatie door De Grinthorst
Ontvang nieuwe artikelen per email
Met mijn wekelijkse blog updates per email mis je nooit meer een artikel